pup zindelijkheidstraining

Zindelijkheidstraining pup

Wanneer je puppy bij je thuis komt, wil je hem of haar het liefst zo snel mogelijk zindelijk maken. Maar hoe pak je dat nou aan, een goede zindelijkheidstraining?


Hieronder volgen een aantal tips voor een goede zindelijkheidstraining:

    Ga na wat de fokker al heeft ondernomen om de puppy's uit het nest zindelijk te maken. Sommige puppy’s zijn bijvoorbeeld al gewend om op een onderlegger of iets dergelijks hun behoeften te doen, anderen zijn al gewend uit het nest te lopen naar een plekje buiten dit nest, weer anderen zijn nog niets gewend. Er zijn wat dit betreft verschillende mogelijkheden. Wanneer je weet wat de fokker al gedaan heeft kan het handig zijn hierop verder te gaan.


    Mocht er sprake zijn van een medisch probleem, bijvoorbeeld een blaasontsteking of erge diarree, dan dient dit eerst opgelost te worden voordat de zindelijkheidstraining effectief kan zijn.


    Begrijp dat een jonge pup nog nauwelijks controle over de blaas heeft. Wanneer hij of zij voelt dat hij moet plassen, dan heeft hij of zij nog geen controle om dit op te kunnen houden. Naarmate de pup ouder wordt krijgt hij of zij hier steeds meer controle over. Je kunt van een jonge pup dus nog niet verwachten dat hij of zij de urine echt op kan houden. Zodra je pup moet, moet hij of zij eigenlijk ook meteen.


    Kies een goede plek waar je pup zijn of haar behoeften kan doen. Dit kan bijvoorbeeld in de tuin of op straat zijn. De plek moet snel en eenvoudig te bereiken zijn. Wanneer je pup hoge nood heeft, is het niet raadzaam eerst nog hele afstanden met hem of haar te moeten afleggen. De kans op ongelukjes wordt dan groter.


    Kun je deze plek bereiken terwijl je de pup draagt en kan de pup hier ook zelf naartoe lopen? Puppy’s die je aan de lijn naar deze plek begeleid worden, leren vaak sneller uit zichzelf naar deze plek te gaan, dan pups die je draagt. De kans op ongelukjes onderweg is echter groter wanneer je je pup zelf laat lopen. Wanneer je de plek op beide manieren kunt bereiken, kun je per keer bepalen hoe jullie er het beste naartoe kunnen gaan (afhankelijk van hoe hoog de nood van je pup is op dat moment).


Voor een goede zindelijkheidstraining is het belangrijk steeds op je pup te letten.

    Houdt je puppy constant in de gaten. Wanneer je (even) niet op je puppy kunt letten, is het belangrijk er eerst voor gezorgd te hebben dat je puppy zijn behoeften heeft kunnen doen.


    Hele jonge pups moeten vaak hun behoefte doen, naarmate zij ouder worden wordt dit minder vaak op een dag. Een richtlijn hiervoor is ongeveer: pups van 6 tot 14 weken zo’n 10 x per dag; pups van 14 tot 20 weken zo’n 8 x per dag; pups van 20 tot 30 weken zo’n 6 per dag en pups van 30 weken en ouder zo’n 3 à 4 x per dag. Dit zijn gemiddelden en geen absolute cijfers. Iedere pup is uniek en volgt zijn eigen ritme. Ook heeft de hoeveelheid en het soort eten en drinken invloed op het aantal keren dat je pup de behoeften moet doen.


    Wil je je pup leren op een speciale plek in de tuin zijn behoeften te doen? Dan leert je pup dit makkelijker wanneer je deze plek van een speciale bodem voorziet. Dus bijvoorbeeld een zandbakje in de hoek van de tuin. Hier zit echter een risico aan. Wanneer je hem steeds alleen maar op die speciale bodem in de tuin zijn of haar behoeften laat doen, kan het zijn dat je pup het later erg moeilijk vindt om dit ook op andere oppervlakten te doen. Je kunt dat speciale stukje in je tuin daarom het beste van meerdere materialen maken, dus bijvoorbeeld een klein stukje zand en een klein stukje gras, met daarom heen wat tegels. Je hebt dan een duidelijk onderscheid van de rest van je tuin, en drie verschillende bodemsoorten waarop je pup kan oefenen.


    Let goed op je puppy. Er kunnen verschillende signalen zijn die aangeven dat je pup zijn of haar behoefte moet doen. Deze zijn bijvoorbeeld: je pup gaat rondsnuffelen, je pup is onrustig, je pup draait rondjes, of gaat naar een plekje waar hij/zij al eerder een ongelukje heeft gehad. Neem je pup mee naar buiten zodra je deze gedragingen opmerkt.


    Neem je pup in ieder geval altijd mee naar buiten meteen nadat je ’s ochtends wakker bent geworden en voordat je ’s avonds gaat slapen. Neem je pup ook mee naar buiten nadat hij of zij een dutje heeft gedaan, heeft gegeten en/of gedronken, of heeft gespeeld.


    Wanneer je een pup hebt die het eng vindt om opgepakt te worden, kan dit het proces van zindelijk worden vertragen, wanneer je je pup op moet tillen om hem of haar mee naar buiten te nemen. Werk daarom dan ook aan deze angst van je pup. Het kan raadzaam zijn je pup in dat geval zo veel mogelijk naar buiten te begeleiden met behulp van de lijn, maar, zoals hierboven al vermeld, is de kans op ongelukjes (zeker bij hele jonge pups) dan wel wat groter.


    Zodra je pup zijn behoeften buiten heeft gedaan, beloon je hem of haar. Prijs je pup met je stem en biedt iets lekkers aan. Neem je pup daarna niet meteen mee naar binnen (behoudens midden in de nacht), maar laat hem of haar nog even rondsnuffelen. Dit om te voorkomen dat je pup leert dat zich ontlasten het einde van de pret betekent, wat het proces van zindelijk worden kan vertragen.


    Wanneer je je pup mee naar buiten neemt om zijn behoeften te doen, ga dan niet spelen of iets dergelijks, voordat hij of zij dit gedaan heeft. Dit om te voorkomen dat je pup teveel afgeleid raakt.


    Je kunt je pup het beste steeds zelf naar buiten begeleiden (til hem of haar op, of begeleid hem of haar met behulp van de lijn). Wanneer je de deur open laat staan en je pup gaat zelf naar buiten, dan leert je pup niet op een speciale locatie in de tuin zijn behoeften te doen. Ook kan het dan zijn dat je pup niet leert om dicht bij jou in de buurt de behoeften te doen, of dat hij of zij niet leert dat jij hem of haar kunt begeleiden naar daarvoor geschikte locaties. Dit kan tijdens het uitlaten van je pup in een later stadium tot problemen leiden. Ook kan het lastig voor je pup zijn wanneer je de zindelijkheidstraining in de zomer hebt aangeleerd met de deur steeds open en je pup steeds zelf naar buiten hebt laten gaan. Wanneer de dagen dan kouder worden en de deur is ineens dicht, weet je pup vaak niet wat te doen.


• Ruim de ongelukjes van je pup in huis zorgvuldig op, zodat de plek van het ongelukje niet naar urine en/of ontlasting blijft ruiken. Zulke plekjes kunnen namelijk uitnodigend zijn voor een volgend ongelukje, dus zorg dat de geur goed verwijderd wordt.


Straf je pup niet

• STRAF JE PUP NOOIT VOOR EEN ONGELUKJE. Niet tijdens het doen van dat ongelukje en ook niet achteraf, bijvoorbeeld wanneer je de kamer in komt en je ziet dat je pup binnen heeft geplast. Wanneer je je pup straft, op wat voor manier dan ook, kan dit leiden tot allerlei problemen. Wanneer je je pup bestraft terwijl hij een ongelukje heeft, kun je een pup krijgen die niet in jouw buurt zijn behoeften durft te doen, of dit niet durft te doen terwijl hij of zij aangelijnd is. Of je pup zoekt ‘verborgen’ plekjes om de behoeften te doen (bijvoorbeeld achter de bank of iets dergelijks).  Wanneer je je pup straft nadat hij een ongelukje heeft gehad, dus bijvoorbeeld wanneer je terug de kamer in komt en je ziet dat daar een plasje ligt, weet je pup niet waarvoor hij of zij bestraft wordt. Je pup kan dan onder andere leren dat jouw binnenkomst of thuiskomst niet veel goeds betekent en bij voorbaat al bang worden. Hierdoor kan het zijn dat je pup juist binnen gaat plassen (van de spanning). Dit kan ook tot problemen leiden zoals niet goed alleen thuis kunnen blijven (omdat de stress van de naderende thuiskomst van jou als eigenaar dan al begint). Ook kan het zijn dat je pup angstig van je wordt in het algemeen en dit kan het opbouwen van een vertrouwensband tussen jullie in de weg staan. Het is in elk geval een aanslag op het welzijn van je pup.


    Je pup met zijn neus door de urine halen is echt een achterhaalde tip en beschadigt je pup in plaats van dat het helpend is. Ook andere vormen van straf zijn uit den boze. Voor gevoelige pups kan het feit dat je zucht wanneer hij of zij een ongelukje heeft al aanvoelen als een straf. Zorg dat je neutraal reageert als je ziet dat hij of zij een ongelukje heeft, neem je pup rustig mee naar buiten, zonder hem of haar schrik aan te jagen. Ruim eventuele ongelukjes neutraal op.


    Zoals voor alles geldt ook hier: voorkomen is beter dan genezen. Wanneer je de optimale omstandigheden creëert voor een goede zindelijkheidstraining heeft je pup minder ongelukjes en meer kans op succes. Dit zal het proces aanzienlijk versnellen.


Heb jij vragen over het gedrag van jouw pup? Of krijg jij er binnenkort een en wil je je goed voorbereiden? Wil jij met mij overleggen over jouw puppy? Je bent van harte welkom voor een gratis verkennend gesprek. Tijdens dit gesprek kunnen we samen bespreken hoe ik jou en jouw pup kan helpen.

Wil jij regelmatig mijn gratis artikelen en tips ontvangen?

Klik dan hier om je meteen aan te melden!

Your information is safe with us

Wil jij weten of jouw hond zich anders kan gedragen? 

Wil je hier eens met mij over praten om te zien of ik je kan helpen?

Vraag een gratis gesprek aan!