Noes snuffelt aan een boom

Hoe laat je je hond wennen aan nieuwe situaties?

Je hond laten wennen aan nieuwe situaties en prikkels, waar moet je op letten?

 

Met nieuwe prikkels bedoel ik in dit geval bijvoorbeeld: andere dieren, nieuwe mensen, voorwerpen, geuren, geluiden, enzovoorts.

Wanneer je je hond vertrouwd wil maken met nieuwe (voor jouw hond of puppy) prikkels, is het belangrijk dat je je hond er op de juiste manier mee laat kennis maken.

 

Belangrijk hierbij is dat je let op:

 

  1. De intensiteit van de prikkel; beweegt de prikkel snel/langzaam, ‘kijkt’ de prikkel naar jouw hond of juist niet, beweegt de prikkel naar je hond of ervandaan? Hoe meer intens de prikkel voor jouw hond is, hoe moeilijker het voor je hond kan zijn.
  2. De afstand tot de prikkel: de ideale afstand is de afstand waarop jouw hond zijn aandacht nog heen en weer kan verplaatsen van de prikkel naar jou en terug (denk- en leer zone). Te dichtbij kan te overweldigend zijn. Door afstand te creëren geef je je hond letterlijk meer ruimte om te wennen aan deze prikkel.
  3. De tijdsduur dat de prikkel optreedt.

 

Je wil graag dat je hond op een goede manier kan kennismaken met nieuwe prikkels, je wil dat je hond goede associaties kan maken.

 

Hoe weet je nu of de kennismaking met de nieuwe prikkel een goede ervaring voor je hond is? 

Het is helpend om in deze situatie te letten op de gedragingen en lichaamssignalen van jouw hond. Op die manier kun je zo goed mogelijk inschatten hoe jouw hond deze nieuwe prikkel ervaart.

Wat voorbeelden:

  1. Leunt je hond voorover (richting de prikkel) of juist achterover (van de prikkel weg)? (voorover betekent nieuwsgierig en ontdekkend, terugdeinzen betekent dat het spannend is).
  2. Een hele kwispelende achterhand en schuddend lijf geeft aan dat je hond het leuk vindt. Maar niet elke kwispelende staart wil zeggen dat je hond blij is. Kwispelen geeft opwinding aan. De houding van de staart en de rest van het lijf geeft aan wat voor soort opwinding (bijvoorbeeld een kwispel met een lage staarthouding geeft angstige opwinding aan, een stugge kwispel drukt gespannenheid uit).
  3. Een korte snif en dan weer terugdeinzen: je hond is wel nieuwsgierig, maar vindt het ook spannend.
  4. Stil blijven staan en de nek strekken om vooruit te ruiken geeft aan dat je hond niet helemaal overtuigd is dat het veilig is.

 

Nog wat voorbeelden van lichaamssignalen en gedragingen van jouw hond:

  1. Je hond maakt zich klein, kruipt in elkaar: jouw hond vindt de situatie spannend.
  2. Je hond toont oogwit: je hond heeft meer afstand/ruimte van de prikkel nodig omdat de prikkel te beangstigend is.
  3. Als je hond wegkijkt of ineens iets heel anders gaat doen zoals druk op de grond snuffelen terwijl er iets of iemand aankomt: ook dan is de prikkel te spannend en heeft je hond nog wat meer tijd of ruimte nodig.
  4. Je kunt stress herkennen bij je hond als hij/zij bijvoorbeeld gaapt, hijgt, trilt, zich gaat krabben, of de lippen aflikt.
  5. Je hond kan zich uitschudden na een bepaalde situatie. Dit geeft aan dat de voorgaande situatie toch wel spannend was voor jouw hond.
  6. Wanneer jouw hond naar de prikkel gaat blaffen of grommen, dan voelt jouw hond zich hoogstwaarschijnlijk bedreigd.

Hoe kun je ervoor zorgen je dat je hond zich goed blijft voelen in een nieuwe situatie?

Door op bovenstaande gedragingen te letten en indien nodig:

  1. De afstand te vergroten.
  2. Niet te lang in een bepaalde situatie te blijven.
  3. Niet te veel ineens willen, maar meerdere sessies uittrekkingen voor de gewenning.
  4. De positie ten opzichte van de prikkel te wijzigen (bijvoorbeeld naar iemand kijken die van je wegloopt is voor jouw hond waarschijnlijk minder spannend dan naar iemand kijken die op je afkomt).

Als je hond ergens bang van is, dan is het niet nodig je hond ernaartoe te brengen. Een veilige afstand waarop je hond niet bang is en rustig kan kijken is vaak meer helpend. Laat je hond zelf aangeven met welke afstand tot de prikkel hij/zij zich comfortabel voelt.  In volgende sessies zal je hond steeds iets dichterbij durven. Je kunt je hond op veilige afstand lekkers geven, zodat je hond goede associaties kan maken.

 

Wanneer een situatie toch te spannend was voor je hond, kun je nadenken hoe je je hond de volgende keer op een meer gedoseerde manier met deze situatie vertrouwd kunt maken.

 

P.S. Heeft je hond al negatieve associaties gemaakt of bepaalde angsten ontwikkeld? Waarschijnlijk is er dan meer nodig dan alleen het volgen van bovenstaand advies. Jouw hond heeft immers al een achterstand, de prikkel is niet meer alleen onbekend, maar ook nog eens onbemind. Zou jij heel graag willen dat jouw hond meer ontspannen en relaxed kan zijn? Laten we dan samen kijken wat er nodig is en hoe ik jou en jouw hond hiermee zou kunnen helpen. We kunnen dit samen bespreken tijdens een gratis kennismakingsgesprek.

Reactie plaatsen

Wil jij regelmatig mijn gratis artikelen en tips ontvangen?

Klik dan hier om je meteen aan te melden!

Your information is safe with us

Wil jij weten of jouw hond zich anders kan gedragen? 

Wil je hier eens met mij over praten om te zien of ik je kan helpen?

Vraag een gratis gesprek aan!